Het aangaan van een hypothecair krediet is voor veel klanten een belangrijke beslissing. De kosten en aflossing van deze lening hebben voor langere termijn grote invloed op het besteedbaar inkomen van de klant. De wetgever vindt goede advisering over hypothecaire geldleningen belangrijk en heeft daarom eisen gesteld aan de kwaliteit van dit advies. Deze eisen zijn opgenomen in de Wet op het financieel toezicht (hierna: Wft). De AFM heeft richtlijnen gemaakt inzake de werkwijze uitgevoerd door adviseurs. Deze werkwijze wordt ook door ons toegepast.
Het adviesproces begint met de kennismaking tussen onze adviseur en de klant. De adviseur inventariseert op hoofdlijnen de doelstellingen, risicobereidheid, kennis, ervaring en financiële positie van de klant. Voor zowel onze adviseur als de klant is het van belang om tijdens deze fase erachter te komen of onze adviseur iets voor de klant kan betekenen. Verder informeert onze adviseur de klant ook over de inhoud van zijn dienstverlening (adviseren, bemiddelen en nazorg), de kosten van deze werkzaamheden en de wijze waarop deze worden gefinancierd.
Wanneer zowel de klant als de adviseur besluiten om samen het totale adviestraject in te gaan, volgt de fase van de beeldvorming. De fase van de beeldvorming kan worden onderverdeeld in de fase ‘inventarisatie’ en de fase ‘analyse’